Wawawa, tatataaaaa, wieeeeeee – Er is toch iets schattiger dan het gebrabbel van baby’s? We doen dan ook vaak vrolijk mee aan deze gesprekken. Behalve het feit dat dit gebrabbel mensen laat smelten heeft het nog meer nut. Benieuwd? Lees dan nog even verder.
Wawawa voor een grotere woordenschat
Zo rond de vijf maanden gaan kinderen klinker en medeklinkers met elkaar combineren, zoals wawawa, tatata, bibibi, etc. Dit geklets van een baby met jou, zijn oma of een knuffel heeft (stiekem) een hele vertederende invloed op ons, waardoor we vaak terugpraten. ‘O ja? Wanneer heb je dat dan gedaan? Tititititi.’ Best een beetje gek als je erover nadenkt. Maar door tegen kinderen met deze hoge schommelende toon te praten en korte eenvoudige zinnen te gebruiken, ontwikkelen baby’s hun taalgebied sneller. Wetenschappers van de Universiteit van Washington hebben aangetoond dat kinderen die veel naar dit soort babytaal luisteren eerder gaan brabbelen en een grotere woordenschat hebben tegen de tijd dat ze twee jaar oud zijn: 433 woorden tegenover 169 woorden van baby’s in ‘stille’ families.
Ga het gesprek aan
Hoewel je wellicht geen idee hebt wat je kind bedoelt of probeert te zeggen – hij/zij waarschijnlijk ook niet – is het heel goed voor de ontwikkeling om als ouder een een-op-een-gesprek te voeren met je kind. Hierbij geef je elkaar dus de gelegenheid om geluid terug te maken. Het is wel belangrijk, wijst onderzoek van Franse en Japanse onderzoekers uit, om erop te letten dat je als ouder goed te verstaan bent. Ook is het belangrijk om bij het aanleren van (onder andere) de Nederlandse taal niet alleen verkleinwoorden te gebruiken. Je kunt dan geen lidwoorden aanleren, omdat je bij een verkleinwoord altijd ‘het’ gebruikt: het autootje, het flesje. Babytaal is dus goed voor de taalontwikkeling, mits je ervoor zorgt dat je het afwisselt met ‘echte’ taal.
Brabbelen in banen
Het gezellige gebrabbel van je baby is dus niet alleen een heel bijzonder moment tussen jou en een kleintje, het heeft ook nog eens een hele belangrijke functie. En met jouw reactie kun je de taalontwikkeling van je kind stimuleren. Julie Gros-Louis van de Universiteit van Iowa vertelt dat je hiervoor niet heel alert hoeft te zijn, maar dat vooral de manier waarop de gesprekspartner van de baby reageert belangrijk is. Als je reageert alsof het gebrabbel een betekenis heeft, verloopt de taalontwikkeling sneller. Je kunt het gebrabbel dus in goede banen leiden: ‘babytalk’ is een goede stimulans, zeker als je het in gesprek doet met je baby. Wissel de babytalk wel af met grotemensentaal.